Selecteer een pagina

“Mag ik het omdraaien”, vroeg ik. “Kan ik voor het schrijven van de corporate story eerst eens praten met de leerlingen in plaats van met de docenten en het ondersteunend personeel. Het gaat toch om de leerlingen? Zij zijn toch jullie publiek? Wat vinden en zeggen zij over de school?” De making-of van de corporate story voor Het Stedelijk in Enschede.

Twee jaar geleden kreeg ik een vraag. Van de voorzitter CvB van Het Stedelijk in Enschede. De school had een belofte aan de leerlingen opgesteld, maar die wilden ze vanuit het bestuur aanscherpen. Meer concretiseren, meer laden, meer inhoud geven. “Wil je met ons meedenken over dat verhaal en hoe we dat het beste kunnen doorvertalen?”

Ik kwam met het voorstel eerst met de leerlingen te spreken. Met leerlingen van alle scholen van Het Stedelijk, en dat is een gevarieerde reeks. Van VMBO tot en met een International School. Van Internationale Schakel Klassen tot en met een havo/vwo/gymnasium.

Wat vertellen die leerlingen over Het Stedelijk. Wat zijn hun ervaringen?

Een jaar eerder was de school gestart met een campagne #zininschool. Die wilde ik in mijn gesprekken meenemen. Door het begrip zin tijdens onze babbeltjes leidend te maken. Wat is de eerste zin die in je opkomt als je denkt aan je school? Heb jij zin in school en waarom? Of vind je school maar onzin. Hoe voelt, oogt, proeft en ruikt de school -de zintuigen. En krijg je een beetje trek in de leraren?

Ik sprak met bijna 40 leerlingen, een aantal online. Leuke gesprekken waren het. Oprechte en eerlijke gesprekken. Met een lach en soms een traan.

“Ik heb zin in school om verder te studeren. Deze school is de eerste stap voor mij om piloot te worden. Ik moet dus nog veel stappen maken.”

“Dit voelt eigenlijk niet als school. Het is een motiverende plek. Ik blijf hier graag plakken. Het is een clubhuis ja.”

“Door mijn vriendinnen op school word ik vrolijk. Dat doet me de dingen thuis vergeten.”

“Op school hangt de geur van gezelligheid, en dat ruikt heel goed. Kruidig. Door de diversiteit. Dat geeft een school meer smaak en diepgang. Je leert erdoor beter proeven.”

“Het is net alsof ik hier thuis ben. Daar zijn mijn ouders mijn beste vrienden. Op school zijn dat mijn vriendinnen. De leraren zijn als buren. Je ziet ze niet altijd, maar ze zijn er wel als jij ze nodig hebt.”

Al snel sluimerde een woord door alle gesprekken. Een woord dat alle leerlingen direct of indirect gebruikten.

De school als ‘veilige plek’. ‘Een ontmoetingsplek’. ‘Een fijne omgeving’. ‘Een clubhuis’. ‘Een huiskamer’. ‘Een thuis’. Het plein als ‘een grote ballenbak’. ‘Die fijne aula’. ‘Een motiverende plek’. ‘Ruimte om te kiezen’. ‘Ruimte om mijzelf te zijn en te doen wat ik wil’. ‘Een ontmoetingsruimte’. ‘Bewegingsruimte’. ‘Anderen de ruimte geven’. ‘Ruimte om te leren en mij te ontwikkelen’. ‘Ruimte om vrij te zijn’.

Ruimte.

Mijn presentatie zorgde voor een enthousiaste ontvangst. Het Stedelijk besloot quotes van leerlingen en hun foto’s -die waren door mij vooral geschoten als een wie-was-ook-al-weer-wie geheugensteuntje- direct te gebruiken in de wervingscommunicatie voor het nieuwe schooljaar. Ook het begrip ruimte dook daarin een paar keer op. Omdat ze het zo raak vonden. Omdat ze het zo verbindend vonden. Omdat het zo herkenbaar en daarmee schooleigen was. Het klopte, kreeg ik terug.

Nadien -door corona een tikkie later- ging ik met een dertigtal docenten en ondersteunend personeel om tafel. Om met hen te spreken over de school en zin in alle mogelijke facetten. Over zingeving ging het ook. Ik hoorde zorgen en wensen, maar voelde vooral een enorme bevlogenheid. Ik ben opgeleid als docent Nederlands en Engels, en ja, ik kreeg van hen ook zin om voor de klas te staan.

“Als je leerlingen meer ruimte geeft, kun je ze beter zien.”

“Ruimte betekent ook grenzen, anders is die nutteloos.”

“Onderwijs is zingeving. Je doet het altijd voor de leerlingen. Om hen zin te geven. In de volgende les. In de volgende dag. In een vervolgopleiding.”

“Het zijn steeds die kleine momenten die tegen mij zeggen, ja, dit is een mooi vak. Ik heb haar verder geholpen, ik heb hem geraakt. Dat zijn de kicks die ervoor zorgen dat ik blijf doorgaan.”

Ook tijdens de gesprekken van de docenten en het onderwijsondersteunend personeel lichtte datzelfde woord ruimte op. Natuurlijk, enkelen hadden dat in de wervingskrant en op socials terug zien komen. Maar het begrip klopte, vonden ze. Ze konden zich erin goed herkennen.

Het begrip ruimte, inderdaad, het biedt ruimte voor een ruime invulling. Ook voor het curriculum. Voor thema’s en projecten. Ruimte is het heelal, het gebied, de ligging, de kosmos, de verte, het wereldruim. Ruimte representeert bewegingsvrijheid. Kan gaan over een speel-, tussen-, vertrek-, of ontmoetingsruimte. Ruimte betekent vrijheid. Gaat over afstand, breedte, wijdte, grootte. Over omvang en uitgebreidheid. Ruimte is synoniem voor onbekrompenheid en overvloed. En ruimte symboliseert de klas, het plein, de hal en alle andere plekken van de school.

Vandaar.

‘Het Stedelijk biedt ruimte. Voor groei, voor ontwikkeling. Voor leerlingen, voor docenten. Het Stedelijk, geeft je ruimte.’

Kort en helder.

Het is een kapstok die leerlingen, docenten en onderwijsondersteunend personeel op hun eigen wijze mogen invullen. Voor ieder biedt het een passend haakje. Alle vestigingen kunnen het verhaal op hun eigen manier kleuren. Met genoeg ruimte voor iedereen en voor alle vormen van communicatie.

Ruimte is zoals een van de docenten het zo mooi omschreef: “Ruimte is buitenkant. De ruimte aan de binnenkant is belangrijker. Die geeft echte vrijheid.”

Het ontwerpbureau Inc gaat het verhaal grafisch doorvertalen. Ook zijn ze bezig met de doorvertaling naar merkconcept, positionering & propositie.

 

Show Buttons
Hide Buttons