Selecteer een pagina

Bereid je goed voor op elk interview. Maar ga dat niet vooraf dichttimmeren. Laat je vooral leiden door het moment. Door de omgeving, door de actualiteit, door het gesprek. En houdt altijd een paar ontsnappingen achter de hand.

En toen werd het serieus.

Voor het maandblad Playboy -je weet wel, dat blootblad dat mannen kochten vanwege de goede interviews- mocht ik als journalist diezelfde interviews doen. Met steeds een bekende Nederlander, en ja, daar kreeg ik toch wel even de kriebels van. Want ja, een interview van 5000 woorden, ahum dat vergde een fikse voorbereiding.

Ik mocht daarbij vrijelijk gebruik maken van de documentatieafdeling van de uitgever. Daar kopieerden ze voor je oude interviews en verhalen over je verhaalonderwerp, en dat hele setje stuurden ze als een soort documentatiemap naar je toe, per post.

Inlezen dus en tussendoor aantekeningen maken.

‘Hé, dat is een leuke anekdote, daar wil ik meer over weten.’
‘Hé, da’s gek, dat die interviewer daar niet op doorgevraagd heeft.’

Tijdens dat inlezen ging ik mij zo concentreren op wat ik allemaal al aan informatie had, dat ik mij -voordat ik er zelf erg in had- ging afsluiten voor mijn eigen topics. Voor mijn eigen verhaalinsteek. Voor mijn eigen nieuwsgierigheid.

Ik vergat de vragen te stellen die ik wilde stellen. Koos voor de bekende weg in plaats van voor dat duistere zijpaadje om anekdotes te ontdekken die daar al een tijdje onaangeroerd lagen te wachten.

En o god, en dan moest ik namens dat tijdschrift die BN’er nog allerlei seks- en bedgeheimen ontlokken ook.

Dus daar zat ik tegenover Winston, die alleen dingen wilde vertellen die goed voor zijn personal branding waren.

Anderhalf uur had ik voor het interview in een kamertje op zijn kantoor in Amsterdam-Zuid, bespioneerd door een voorlichter. Veel te weinig tijd en niet echt een plek om in de psyche te duiken van iemand die totaal nog niet door het  leven gewassen was. Vooral als je een verhaal van 5000 woorden moet afleveren. Ook ging Winston bijna elke persoonlijke vraag uit de weg, hoe ik ook mijn best deed via de achterdeur alsnog bij hem binnen te komen.

Enkele weken later zat ik tegenover Martijn. Net zo goed voorbereid als de vorige keer. Maar deze keer kon ik niet over mijn blaadje met o zo goed voorbereide vragen loeren. We gingen kippenlevertjes en een paardenbiefstukje snaaien bij Piet de Leeuw, terwijl ik onderwijl zo goed mogelijk aantekeningen probeerde te maken.

Daarna wandelden we naar zijn huis, toverde hij uit een klimaatkast enkele flessen Pinot Noir en werd het gezelliger en gezelliger.

In plaats van Martijn te vervelen met die o zo goed voorbereide vragen, stelde ik vragen die op dat moment in mij opkwamen.

We kregen interesse in elkaar. Vonden elkaar in onze voorliefde voor eten, reizen en drinken. Er ontstond vertrouwen en daardoor een echt gesprek.

Zo was het ook gedaan tijdens dat gesprek met een onderwijsminister enkele jaren eerder, herinnerde ik, terwijl ik ’s nachts op de fiets naar huis zwierde. Terwijl ik zijn werkkamer in Zoetermeer binnenliep, werd mijn oog getrokken naar een groot schilderij boven zijn bureau.

Er volgde een zeer geanimeerd gesprek over surrealisme en WF Hermans, het studentenleven, de prestatiebeurs, het belang van creativiteit en het middelbaar onderwijs -ik was uitgezonden namens een tijdschrift voor middelbare scholieren- met alle mogelijke dwarsverbanden die we maar wisten te vinden. Zijn assistent moest ons gesprek twee keer onderbreken omdat er een bespreking wachtte, en de minister nu echt moest gaan.

Kijk, natuurlijk moet je je goed voorbereiden voor een lang interview -ook voor een kort gesprek trouwens. Maar ga dat niet al helemaal vooraf dichttimmeren met aanvullingen op vragen die anderen al eens hebben gesteld. Dat is ook vervelend voor de geïnterviewde.

Laat je vooral leiden door het moment. Door de omgeving, door de actualiteit, door jezelf. Dan krijg je een origineel gesprek.

Mocht je worden overmand door zenuwen, een blackout of het charisma van je gesprekspartner, zoek dan een ontsnapping naar superlatieven. Het/de leukste, het/de slechtste, het/de eerste. Zo nodig je die ander uit zijn meest memorabele verhalen te vertellen, en kun jij even op adem komen.

Vraag naar voorbeelden ook. Een bewering gaat pas leven met een verhaal. Met een illustratie, een toelichting, een uitleg, een verduidelijking, een ervaring of een anekdote.

Vraag naar reflecties. Wat heeft iemand geleerd van zijn klanten. Van zijn leermeesters, van zijn hoogte- en dieptepunten.

Wees uitnodigend, wees hartelijk, wees persoonlijk, houd het simpel, vertrouw op jezelf, die voor de hand liggende dingen. En ga vooral luisteren, ga heel goed luisteren en gebruik je nieuwsgierigheid, gebruik je menselijkheid. Dan kun je erop vertrouwen dat die ander iets moois, iets waardevols met je gaat delen.

Make love, not content.

 

Show Buttons
Hide Buttons